Maten BMX

Bepaling van de framemaat

(Let op, alle genoemde getallen en maten zijn richtlijnen, deze kunnen voor de één net anders zijn dan voor de ander)

Er zijn verschillende maten BMX frames in omloop nl (in oplopende maat): Micro, Mini, Junior, Expert, Expert XL, Expert XXL(wordt door een paar fabrikanten geleverd) tot Pro (L), (XL), (XXL),  XXXLen zelf XXXXL.

Een belangrijke maat hierbij is de lengte van de bovenbuis. Deze is bij een Micro ongeveer 425 mm en bij een

Pro XXXL ongeveer 560 mm. (Hart van de balhoofdsbuis tot hart van zadelbuis)

Als je wilt weten welke framemaat jij moet hebben, is voornamelijk je lichaamslengte van belang. In de volgende tabel zie je welke framemaat hoort bij welke lichaamslengte:

Framemaat
Lichaamslengte Micro Micro mini Mini Junior Expert Expert XL Pro Pro XL Pro XXL Pro XXXL
100                    
105                    
110                    
115                    
120                    
125                    
130                    
135                    
140                    
145                    
150                    
155                    
160                    
165                    
170                    
175                    
180                    
185                    

 

Bepaling van de lengte van cranks

(Let op, alle genoemde getallen en maten zijn richtlijnen, deze kunnen voor de één net anders zijn dan voor de ander)

De lengte van de cranks is afhankelijk van je "binnenbeenlengte". Hoe groter je binnenbeenlengte, hoe langere cranks je moet gebruiken.

De binnenbeenlengte wordt als volgt gemeten: Ga met je rug tegen de muur staan. (Zonder schoenen) De binnenbeenlengte is de afstand vanaf de grond tot aan je kruis. Dit is het makkelijkst te meten als je bijv. een boek met stevige kaft tussen je benen klemt. Meet nu de afstand van bovenkant boek tot aan de grond.

In de tabel hieronder kun je vinden wat de richtlijn is voor de lengte van je cranks. (Let op, gemeten van “hart op hart”, dus scharnierpunt waar je trapper aan zit, naar scharnierpunt van de bottom bracket (trapas).

Binnenbeenlengte (cm)

Van Tot Cranklengte (mm)
- 50  <= 135
50 52 135-140
52 54 140-145
54 56 145-150
56 58 150-155
58 60 155-160
60 65 160-165
65 70 165-170
70 75 170-175
75 80 175-180
80 - >= 180

Bepaling van het verzet (veilige maten)

Leeftijd Afgelegde afstand bij 1 trapomwenteling (cm):
-6 370
7 375
8 380
9 385
10 390
11 395
12 400
13 405
14 410
15 415
16+ 425

 

Bepaling van de tandwielverhouding:

Een probleem, waar bijna elke BMX-er mee te maken krijgt, is de keuze van een optimale tandwieloverbrenging. Hiermee bedoelen we de verhouding tussen het voor- en achtertandwiel van de crossfiets. Er bestaan veel mogelijkheden, wat ook wel blijkt uit onderstaande tabel. De horizontale getallen zijn de tanden van het voorste tandwiel, de verticale die van het achterste tandwiel. In de tabel zie je welke afstand (in centimeters) je aflegt met één hele omwenteling van de pedalen.​

Hoe groter de afstand per omwenteling, hoe zwaarder het trappen is, en omgekeerd. Licht trappen (dus een kleine afstand per omwenteling), is wat je nodig hebt om vanuit stilstand zo snel mogelijk op gang te komen. Dat gebruik je dus bij de start, maar ook tijdens sprintjes halverwege de baan, bijvoorbeeld nadat je moest remmen omdat je werd klemgereden, of voor een snelle ‘aanloop’ naar een sprong. Zwaar trappen is vooral nuttig als je al snelheid hebt, om met weinig inspanning je snelheid te houden of nog verder te verhogen. Dus met name op lange rechte stukken, zoals kort nadat je gestart bent en al op redelijke snelheid bent gekomen door de eerste sprint.

​Het gebruik van versnellingen is bij BMX verboden. Je zult het dus met één tandwielcombinatie moeten doen. En dat betekent dat je díe combinatie moet kiezen die voor jóu de beste middenweg biedt tussen sprinten (licht trappen) en snelheid houden/verhogen (zwaar trappen). Kies je een te lichte verhouding, dan ben je bij de start misschien wel als eerste weg, maar houd je de rest van de baan niet vol omdat je de pedalen als een staafmixer in het rond moet laten gaan. Kies je een te zware verhouding, dan zul je de lange stukken misschien wel goed volhouden, maar zie je bij de start je tegenstanders als stipjes aan de horizon verdwijnen.

Welke combinatie voor jou nu precies de beste is, zul je proefondervindelijk moeten vaststellen. Kijk wat er nu op je fiets zit, en zoek dat op in de tabel. Heb je het idee dat je nu te zwaar trapt, kies dan een lichtere combinatie (=kleiner getal) en omgekeerd. Door de tabel te gebruiken, kun je goed zien hoe groot het verschil zal zijn als je voor of achter een ander tandwiel gaat proberen. Bedenk wel: het gaat maar om centimeters, maar als je al een tijdje fietst, zul je het verschil van één tandje meer of minder beslist merken. Verander dus niet te rigoureus!

Het is niet zo, dat bij gelijke getallen in alle gevallen even veel kracht nodig is. Ook bijvoorbeeld het gewicht van de fiets is daarop van invloed. Leveranciers van BMX-fietsen kiezen vaak allen ongeveer dezelfde tandwielen en verhoudingen voor de diverse maten fietsen (micro, mini, junior, expert, etc.). Kleine fietsen hebben kleine tandwielen, grote fietsen hebben grote. (Bron van bovenstaande tekst over tandwielverhouding: flyingbirds.nl).

Een goede tool om de juiste tandwielverhouding te weten is deze van bmxultra.com.